Verslag: Walter van Teeffelen
De Stichting ArchipelpoëZie houdt het tempo er goed in. Afgelopen zaterdag was de onthulling van het vijftiende muurgedicht in de Batjanstraat, een zijstraat van de Riouwstraat.
Het weer was onverwacht zonnig. Het gedicht – in het Nederlands en het Engels – was al te zien, met eronder een rechthoekig kunstwerk dat ik door de grote menigte niet precies kon onderscheiden. Ongetwijfeld een werk van Jan Hein Schouw, bestuurslid van de Stichting.
Founding fathers
Een behoorlijke menigte had zich verzameld inclusief inmiddels de burgemeester, mevrouw Pauline Krikke, en de presentatie kon beginnen. Voorzitter Ruth van Rossum vergeleek de bijeenkomst met de première van een nieuwe productie, die, net als Joop van den Ende-producties, heel lang zal draaien. Ruth vertelde nam de aanwezigen mee in the making of, alles wat vooraf gaat aan zo’n première, door de personen voor te stellen die hierin belangrijke rollen vervulden.
“Het begon met het idee van de omwonenden. Men wilde graag een gedicht van de Haagse dichteres Pem Sluijter (1939-2007) hier op de muur. De founding fathers Clemens van Nispen tot Sevenaer, Bram Rutgers, en David Dunham, mobiliseerden de buurt en gingen aanvullende fondsen werven. ”
De muur
Immers, de beoogde muur moest eerst grondig onderhanden worden genomen: er moest een complete nieuwe onderlaag komen. Gelukkig toonde aannemer Rob Hoogendoorn – ondanks de krapte in de bouw – zich bereid het karwei te klaren. De letter die deze keer gekozen was, was de Flex van Paul van der Laan, een schreefloze letter die goed bij het gedicht Nachtbraak paste. Het ontwerp van het gedicht op de muur kwam weer van Wilmar Grossouw van De Ontwerpvloot en Herman en Daan Fool van Studio Guthschmidt hadden de gedichten op de muur geschilderd.
Vriendin Anastasia Hacopian
Nadat Ruth van Rossum de financiers (Gemeente Den Haag, Fonds 1818, Gravin van Bylandt Stichting en meer dan 100 mecenassen uit de buurt) had bedankt, was het woord aan Anastasia Hacopian, een goede vriendin van Pem Sluijter. Ze vertelde dat ze pas na haar dood de omvang van de persoon Pem Sluijter kon bevatten. “Haar nalatenschap ben ik nu, meer dan tien jaar later nog steeds aan het ontdekken.”
Pem Sluijter was journalist geweest, bij Het Parool. Anastasia: “Toen Pem bij Het Parool werkte, woonde ze in een studentenhuis aan de Amsterdamse Bloemgracht. Op een avond zat ze in het trappenhuis een appel te eten. Bram kwam thuis en ontmoette Pem daar. Hij vroeg haar om naar De Sociëteit te gaan. Daar werd Pem hartelijk begroet door de jonge mannen. Allemaal bekenden. In de woorden van Bram, ‘was ze gelijk weg’. Maar het verhaal eindigt goed. Om drie uur ’s ochtends liepen Bram en Pem samen door de straten van het nachtelijk Amsterdam naar huis. Dat deden ze vaker. Daar gaat het gedicht Nachtbraak over: de jonge, onbekommerde liefde. Als je het gedicht leest, loop je met dat stel mee. Je kijkt naar het weifelend daglicht en je wilt nog niet naar huis.
Dat gevoel kennen we allemaal. Het gevoel van vreugde dat zo sterk wordt, dat het je kwetsbaar maakt. Durf je in dat gevoel te duiken, kom je in een tijdloze kloof. Pem noemt het ‘een zweven in het niets’. Aan één horizon zie je het begin van ons bestaan, aan de andere horizon zie je het einde. Dat is de aangrijpende boodschap van dit gedicht:
Sterven en geboren worden
liggen in een wieg.
Ik zag Pem voor het laatst ruim tien jaar geleden. Ik was hoogzwanger. We zaten te lunchen en Pem vroeg me waar ik over schreef. Over mijn moeder, vertelde ik. Ze was net na twee lange jaren van ziekte overleden. Ik was niet verdrietig. Ik was opgelucht dat ze niet meer leed. Pem knikte en zei dat ze dit goed begreep.”
Een kleine maand later hoorde ze dat Pem was overleden. Anastasia schrok er niet van, want ze was ‘bevriend’ met de dood. Ze had haar moeder langzaam zien sterven en tijdens het verzorgen van haar baby vaak teruggedacht aan haar moeder. “Hoe vaak heb ik mijn baby verschoond met het gevoel dat ik naar het leven en de dood stond te kijken? (..) Hoe vaak heb ik als kersverse moeder aan de laatste regels van het gedicht gedacht?”
(Klik hier voor de volledige toespraak van Anastasia Hacopian)
De burgemeester
Het woord was aan burgemeester Pauline Krikke. Ze wandelde ’s avonds vaak nog een rondje, vertelde ze, en stuitte telkens weer op muurgedichten. Ze vond het mooi hoe een muurgedicht je altijd iets lijkt te zeggen wat past bij je stemming van het moment. Als ze een paar weken later weer langs een muurgedicht kwam waar ze al een keer eerder geweest was, sprak dat gedicht nog steeds aan, ook al was ze in een andere stemming. Een gedicht kan kennelijk meer associaties oproepen. Dat gold ook voor het gedicht Nachtbraak. Ze complimenteerde het bestuur van de stichting, de bewoners en iedereen die bijgedragen had aan de totstandkoming.
Pem Sluijters echtgenoot dankte de burgemeester en gaf haar twee bundels van Pem, Nachtbraak en Het licht van Attika. Zoon Theodoor droeg het gedicht in de Nederlandse versie voor en Anastasia Hacopian de Engelse versie. Het was tijd voor de onthulling en toen zag ik het kunstwerk beter: gouden ballonletters PEM in een fraaie gouden lijst.
Het gedicht:
Nachtbraak
Toen wij ongebreideld door jaren
dansten en praatten,
kwam onvermijdelijk het weifelend daglicht
onze kleine uren binnen.
Wij wilden niet naar huis en zagen
de nacht vervluchten.
Tijdstip gevuld met
het afwezige bestaan van
hemellichamen, zweven in het niets
gaf een schok van herkenning.
Sterven en geboren worden
liggen in een wieg.
– Pem Sluijter
En toen was het tijd voor de borrel.