Negende muurgedicht onthuld

Verslag Walter van Teeffelen

De Stichting ArchipelpoëZie gaat voortvarend door met nieuwe muurgedichten. De onthulling van het achtste muurgedicht op de hoek van de Bankastraat en de Atjehstraat hadden we net achter de rug en nu was er al het negende. Het eerste gedicht buiten de Archipel- en de Willemsparkbuurt in het Buurtschap Centrum. Is dit een eenmalig uitstapje of volgen er meer?

De muur bevindt zich in het begin van de Nieuwe Schoolstraat, vlakbij de hoek met de Mauritskade, waar de grote bloemenstal is. De muur is onderdeel van gebouw De Oorsprong, waar Marcel en Susanne Kampman een architectenbureau hebben. Er hing een groot visnet voor gedicht, waar je al een beetje doorheen kon kijken. Het was kort, vier regels en ging over rennen in de duinen. Onder aan de muur was een kleine duinheuvel vol met helmgras en een paar verdwaalde sportschoenen te zien.

Honderd mooiste duingedichten

Toen het goed volgestroomd was met belangstellenden, nam voorzitter Ruth van Rossum het woord. Het ontwerp was weer van Wilmar en Annebel van de Ontwerpvloot, vertelde ze. Er was een bijzondere sponsor gevonden, rederij Jaczon uit Scheveningen, die het visnet ter beschikking had gesteld. Daarnaast hadden waterbedrijf Dunea (helmgras), de Gouden Ton aan de Denneweg en bloemenstal Au Petit Pont een steentje bijgedragen. De letter – de Productus – is ontworpen door Pter van Blokland. Van Rossum dankte ook de Gemeente Den Haag en Fonds 1818 voor hun financiële bijdragen aan het project.

Het gedicht ging inderdaad over de duinen en het kwam goed uit dat het Haags Historisch Museum nog tot 15 september de tentoonstelling Op ’t duin heeft, waarin kunstwerken en gedichten over duinen zijn gecombineerd. Ruth gaf het woord aan Marco van Baalen, directeur van het museum. ‘Leuk dat ik reclame mag maken voor de tentoonstelling’, begon hij. ‘Op een dag kwamen Nicolaas Matsier en Helmi Goudswaard op bezoek. Ze vonden het de hoogste tijd dat er een bloemlezing over duingedichten kwam.’ Hij vond het een goed idee, betrok het Letterkundig Museum erbij en vulde het verder in met passende beeldende kunst. En er verscheen een mooi boek bij, uitgegeven door uitgeverij Thóth met een bloemlezing van de honderd mooiste gedichten en essays over het duinlandschap, met de titel ‘Op ’t duin – 100 duingedichten en 100 duingezichten’. Het gedicht van Hélène Gelèns, de auteur van het gedicht, stond er niet in, helaas. ‘Het staat er wel in’, reageerde zij. Van Baalen: ‘Zo zie je maar weer dat een directeur het zo druk heeft dat hij niet alles in de gaten kan houden.’ Hij was blij dat er inmiddels op zoveel plekken in de stad gedichten te zien zijn om ons te laten verwonderen.

Spelletje

Toen gingen we een spelletje spelen, een quiz. Iedereen moest mee doen. Ruth was de quizmaster. Ze stelde vijf vragen met twee mogelijkheden. Het terreintje was in twee vakken verdeeld. Koos je voor de ene mogelijkheid dan moest je naar het ene vak, koos je voor de andere, dan moest je naar het andere. De vragen waren niet al te moeilijk, gezien het aantal mensen dat alles goed had. Van wie was het eerste Archipel muurgedicht? Was het de bedoeling dat er alleen maar gedichten van Hagenaars komen? Wat was de leidraad: een schreefloze letter, of een letterontwerp van de KABK in navolging van Gerrit Noordzij? De winnaars van de hoofdprijs, velen dus, mochten wat helmgras meenemen. De winnaars van de troostprijs mochten een wandeling maken langs alle negen muurgedichten of Maurits Burgers bellen, de muurgedichtengids.

Navajo indianen

Het woord was aan de dichter, Hélène Gelèns. ‘Een echte Belgische naam’, merkte mijn buurvrouw, die de schoonmoeder van Ruth bleek te zijn, op. Het was echter geen Belgische, maar een echte Nederlandse, hoorden we toen ze haar eerste woorden sprak. Het gedicht kwam uit haar bundel zet af en zweef, waarvoor ze in 2010 de Jan Campertprijs gewonnen had. Het was haar eerste gedicht dat op een muur verscheen, vertelde ze. Ze vond het mooi dat op de plek van de muur vroeger een duin lag. ‘Het gedicht (in ongeremd rennen) is geïnspireerd door een mythe van de Navajo Indianen, hun voorouders ‘liepen’ de bergen te voorschijn. In de bundel staan vele ‘rengedichten’, en dan rennen in de zin van kinderlijk rennen.’

Wat een mooie zijmuur heeft u

Ze las nog een gedicht voor over rennen in het Vondelpark en wat gedichten uit haar laatste bundel , applaus vanuit het donker, en daarna werd het gedicht onthuld met aan de touwen de dichter aan de ene en architect Marcel Kampman aan de andere kant. Kampman vertelde nog even dat hij er erg blij mee was, al had hij een beetje raar opgekeken toen Jan Hein Schouw van de stichting hem de eerste keer de vraag stelde ‘Wat een mooie zijmuur heeft u, mogen we er wat mee?’.

Frans van der Leeuw van Vrienden van de Hofvijver vertelde nog even dat op 29 augustus de Hofvijver Poëzieprijs zou worden bekend gemaakt. Het thema was aansluitend, ‘Op ’t duin’.

https://wandelenmetmaup.wordpress.com/
http://hofvijver.weebly.com/hofvijverpoeumlzieprijs.html

Geplaatst in Muurberichten.