Muurgedicht Derek Walcott onthuld in Archipelbuurt

Vrijdagmiddag 21 maart 2014 is het zesde muurgedicht in de Haagse Archipelbuurt onthuld. Het is vanaf nu in volle glorie te zien op de zijmuur van het Rijksmonument Javastraat 4. Het gedicht heet Midsummer, Tobago en werd geschreven door de Caraïbische dichter Derek Walcott. Walcott ontving in 1992 de Nobelprijs voor Literatuur en woont op Saint Lucia. De muur is zachtgeel en het zomerse gedicht sluit daar perfect bij aan.

Voor elke gedichtenmuur kiest de Stichting ArchipelpoëZie een andere letter van een ontwerper die afstudeerde aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Dit zesde muurgedicht is uitgevoerd in de nieuwe letter Diamant, ontworpen door Joost Dekker. Dekker werkte aan de letter tijdens een periode in Antwerpen; de goede kijker ziet naast elegante ronde, ook ‘facet-achtige’ scherpere vormen.

De onthulling werd opgeluisterd door Zijne Excellentie de High Commissioner for Saint Lucia in The United Kingdom, dr. Ernest Hilaire; door Zijne Excellentie de Gevolmachtigde Minister van Sint Maarten, de heer Mathias S. Voges; door Marc Prins, directeur van Stadsdeel Centrum van de Gemeente Den Haag; door Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands Caraïbische Letteren; door Ida Does, maakster van de documentaire Poetry is an Island: Derek Walcott; en door Joost Dekker, typograaf en ontwerper van de Diamant.

’s Ochtends regende het nog onophoudelijk, maar naarmate het tijdstip van de onthulling naderde trokken regen en bewolking meer weg en verscheen de zon, zodat de vele gasten na de onthulling de muur in stralend licht konden aanschouwen.

Het feestelijke programma begon om 16.30 uur. Alle genodigden hadden zich verzameld op de besloten binnenplaats van communicatiebureau Smidswater, tegenover het muurgedicht.

Ruth van Rossum, voorzitter van Stichting ArchipelpoëZie, sprak een warm welkom uit aan alle gasten. Zij citeerde uit Walcotts beroemde gedicht Omeros: ‘The worst crime is to leave a man’s hands empty. Men are born makers.’ Deze prachtige regels over het wezen van de mens vond zij van toepassing op de dichter, op de wens te creëren, op vakmanschap, en ook op het ArchipelpoëZieproject. Als prelude op de onthulling droeg ze een Nederlandse vertaling (van de hand van Peter Verstegen) van het muurgedicht voor.
Michiel van Kempen, de volgende spreker, vertelde hoe hij enige jaren geleden Walcott van Schiphol ophaalde toen deze in Nederland de eerste Cola Debrot-lezing zou houden. Walcott keek opgetogen naar de koeien die in de weilanden stonden. Walcott, zei Van Kempen, heeft het vermogen om onbevangen als een kind naar de dingen te kijken – en om wat hij dan ziet in prachtige taal weer te geven.
Ida Does, die daarna sprak, beaamde dat ten volle. Ze gaf aan hoe bijzonder het was om hem voor haar documentaire te mogen volgen, spreken en filmen. Walcott geeft nauwelijks interviews en is niet via moderne elektronische wegen te benaderen, omdat hij vooral wil schrijven. De filmmaakster vertelde hoe diep Walcott, de wereldburger, altijd verbonden is gebleven met zijn geboorte-eiland Saint Lucia.
Joost Dekker, typograaf en ontwerper, dankte de Stichting dat zijn nog niet eens officieel uitgebrachte letter werd gekozen voor deze zesde gedichtenmuur.
Tenslotte vertelde de High Commisioner for Saint Lucia in The United Kingdom, dr. Ernest Hilaire, hoe Walcott met zijn taal als geen ander de Caraïbische sfeer weet op te roepen. Maar Walcott is ook één van de grootste levende dichters ter wereld – want wie zou het kunnen bedenken en aandurven om een eigen Homeros te schrijven vanuit het perspectief van onder andere Caraïbische vissers?

De aanwezigen liepen naar de gedichtenmuur. Daar onthulden de excellenties Hilaire en Voges het gedicht. Zij lieten een grote schildering van de vlag van Saint Lucia (een markant blauw, geel en zwart patroon) zakken, waardoor het gedicht in zijn geheel zichtbaar werd.

Nadat iedereen de prachtige muur en het mooie gedicht op zich in had laten werken, ging de feestvreugde door op de binnenplaats van Smidswater. De stevige kou werd ruimschoots gecompenseerd: door de zonneschijn op het gedicht; door de warme Caraïbische muziek van Elijah, die voor en na de onthulling speelden; door de heerlijke warme quiches die delicatessenwinkel Gransjean de gasten aanbood; en door de vrolijke en hartelijke sfeer van het samenzijn van alle gasten. Precies zoals de Stichting het beoogt, was ook deze onthulling weer een moment voor ontmoeting en verbinding van omwonenden, buurtgenoten, stadgenoten, en cultuurliefhebbers.

Dit jaar wil de Stichting ArchipelpoëZie nog drie muurgedichten aanbrengen.

De Stichting ArchipelpoëZie dankt de volgende personen en/of instanties voor hun bijdragen aan de onthulling:
– Joost Dekker (letterontwerp zesde gedichtenmuur);
– De Ontwerpvloot (ontwerpers project ArchipelpoëZie);
– Delicatessenwinkel Gransjean, Bankastraat 12 (warme versnaperingen);
– Herman Schartman (fotografie);
– Jos Boer (communicatiebureau Smidswater);
– Vestia (eigenaar van Javastraat 4).
En vooral ook de Gemeente Den Haag en Fonds 1818, die met hun financiële bijdragen dit muurgedichtenproject mogelijk maken.

De video toont (versneld) het aanbrengen van het muurgedicht.

Geplaatst in Muurberichten.