Everyone Sang: muurgedicht oorlog en vrede onthuld bij Vredespaleis

De onthulling van ArchipelpoëZie’s elfde muurgedicht op zaterdag 21 mei begon met een concert door Heleen van der Weel, beiaardier van het carillon van het Vredespaleis. Terwijl de zon doorbrak buitelden de klanken van het Vredescarillon over alle belangstellenden heen.
Het nieuwe muurgedicht is te bewonderen op de Burgemeester van Karnebeeklaan 3. ArchipelpoëZie wilde voor deze locatie, vlak bij het Vredespaleis, en vlak bij de plek waar vroeger Kunstzaal Kleykamp stond, een passend gedicht kiezen. Dat werd Everyone Sang. Het gedicht werd na het einde van de Eerste Wereldoorlog geschreven door de Engelse dichter Siegfried Sassoon. Sassoon nam in 1914 dienst in het Britse leger. Everyone Sang kan worden gelezen als gedicht over het einde van de oorlog, als viering van de vrede, of – de insteek van Sassoon – als visie op een betere wereld met gelijkheid en rechtvaardigheid voor iedereen.

Bijzondere gasten waren de heer Joris Wijsmuller, wethouder Stadsontwikkeling, Wonen, Duurzaamheid, Cultuur en Erfgoed; de heer Nick Heath, Plaatsvervangend Chef du Poste van de Britse Ambassade; de heer Jeroen Vervliet, Directeur Bibliothecaris van het Vredespaleis; en Bert Kepel, praeses van de Haagsche Studenten Vereeniging.

Wethouder Wijsmuller vond dat de muurgedichten een bijdrage leveren aan Den Haag als literaire stad. Jeroen Vervliet vertelde hoe het Vredespaleis in 1913 werd opgericht om het pacifisme, het internationalisme, en het geloof in Vrede door Recht gestalte te geven. De Grote Oorlog verstoorde deze vredesillusie. Vervliet memoreerde dat Nederland indertijd zo’n 1 miljoen vluchtelingen opnam, op een bevolking van ongeveer 7 miljoen. Voor de miljoenen slachtoffers van oorlogen spelen we op Vredescarillons, aldus Vervliet. “Laten we telkens bewust over de kans op vrede nadenken, hoop hebben. En laten we ons openstellen voor fysieke omgeving waarin wij ons bevinden, inspiratie ontlenen aan wat ons attendeert op vrede, zoals het iconische Vredespaleis, maar evenzeer door het dichtwerk van de ‘war poet’ Siegfried Sassoon met Everyone Sang.”

Nick Heath gaf vervolgens een indrukwekkende voordracht van het gedicht.
Tenslotte lieten de heren Wijsmuller, Heath, Vervliet en Kepel witte duiven opvliegen – als verwijzing naar de vogels in het gedicht van Sassoon, en als symbool voor vrede.

Verslag: Ruth van Rossum, Stichting ArchipelpoëZie

Alweer het tiende muurgedicht

Verslag: Walter van Teeffelen

Afgelopen zaterdag werd het tiende muurgedicht onthuld. Het tempo zit er goed in. Afgelopen juni waren we nog bij het negende. Het eerste buiten de Archipelbuurt. En ook dit gedicht, Laat van Leonard Nolens, bevond zich buiten de grenzen. Maar die grenzen mochten van velen wel opgeheven worden, kreeg ik het idee.

Terwijl de zon het gedicht op de zachtgele muur belichtte, ging Ruth van Rossum van de Stichting Archipelpoëzie terug naar het begin, in 2012. “Gilles Hooft Graafland kreeg het idee voor dit project. Bij ons eerste muurgedicht moesten we alles nog uitvinden. We zijn nu drie jaar verder en aanstonds is muurgedicht tien een feit.” Op weg naar haar werk fietste ze elke dag langs de Prinsessegracht, en op de hoek van de Kanonstraat zag ze altijd deze prachtige muur.

Buurtschap Centrum 2005

Een ideale muur voor een muurgedicht. Maar wie was de baas ervan? Ze ging zoeken op het internet en achterhaalde de eigenaar van het historische pand. Dat bleek Robert van Rossum van Van Rossum Vastgoed te zijn. Die vond het een mooi idee.

Theo Heere, voorzitter van Buurtschap Centrum 2005, sprak enthousiast over de nieuwe gedichtenmuur in zijn wijk. Hij had al ideeën voor volgende poëziemuren en hoopte op een goede samenwerking met de Stichting ArchipelpoëZie. Het buurtschap was voor hem “heilige grond”, zei hij. “Maar als het er inderdaad van gaat komen, moet dan de naam van de stichting niet veranderen?” Ook uit de buurt zelf was al een initiatief gekomen voor een nieuw muurgedicht, vertelde Ruth.

Eigen gedicht

Ruth van Rossum bedankte Wilmar Grossouw van de Ontwerpvloot. Hij was vanaf het begin betrokken en kwam ook met het idee om telkens een andere letter te gebruiken. Ook de Gemeente Den Haag werd bedankt, en Fonds 1818. Met hun financiële steun, en met de dichters Harry Zevenbergen en Diann van Faassen als trekkers, had de stichting nu een “educatiespoor”. Op 30 oktober krijgen de kinderen van groep zes van de Willemsparkschool de eerste poëzieles op basis van de muurgedichten.

Het woord was aan wethouder Baldewsingh. Hij had graag de portefeuille cultuur gehad, vertelde hij, maar dat was niet gelukt. Maar als wethouder van onder meer bewonersparticipatie kon hij toch culturele dingen doen. Gedichten (laten) maken bijvoorbeeld. “Den Haag ademt diversiteit, internationale sfeer én literatuur. Ik vind het belangrijk dat mensen creatief bezig zijn. Ik wil mensen verbinden aan de stad en aan elkaar. Literatuur is daarvoor een goed middel. Hoe meer poëzie in de openbare ruimte, hoe beter.” Vervolgens droeg hij uit zijn hoofd een eigen gedicht voor, over de zee.

Canonnen

Het lettertype van dit nieuwste muurgedicht was de DTL Documenta geworden. Ontwerper Frank E. Blokland, de opvolger van Gerrit Noordzij op de KABK, gaf een toelichting. Hij had in 1990 Dutch Type Library (DTL) opgericht, nu de grootste uitgever van letters in Nederland. In 1986 begon hij met het ontwerpen van de gebruikte letter. De outlineversie was in 1992 op de markt gekomen en meteen een succes geworden. De letter is gebruikt voor vele publicaties. De nieuwe Gotteslob, het gebeds- en gezangboek van de Katholieke kerk in Duitsland en Oostenrijk, is in deze letter gezet, en daarnaast is het de huisletter van allerlei culturele en overheidsinstanties. De letter is dan nu te zien in de Kanonstraat, maar ook de letterkunst heeft zijn kanonnen, vertelde hij verder. “Maar dat zijn canonnen met een c, gebruikt in missalen.” Hij sloot af met te vertellen dat hij afgelopen zomer nog weer nieuwe letters in de Documenta-familie had ontworpen. “Ik ben dus niet zo snel en heb de neiging om in onze tijd, waarin alles steeds sneller gaat, meer en meer de tijd te nemen. Het gedicht van Leonard Nolens dat hier wordt onthuld, past wat dat betreft ook bijzonder goed bij het lettertype (en vice versa).” Klik hier voor de volledige toespraak van Frank E. Blokland.

Laat

(video van Leonard Nolens tijdens zijn voordracht van Laat)

De dichter van het muurgedicht, de Vlaming Leonard Nolens, droeg vervolgens twee gedichten voor: het “autobiografische” gedicht Plaats en datum uit zijn bundel De gedroomde figuur (1986), en het gedicht Schatplichtig uit De Liefdesgedichten (2012). Vervolgens verrichtten de heren Van Rossum, Baldewsingh, Nolens, Blokland en Heere de onthullingshandeling. We moesten hardop van 1 tot 10 tellen en daar was het dan: in zilveren cijfers zagen we een grote 10. Tenslotte las Leonard Nolens het gedicht Laat voor – traag, zoals het hoorde.

Negende muurgedicht onthuld

Verslag Walter van Teeffelen

De Stichting ArchipelpoëZie gaat voortvarend door met nieuwe muurgedichten. De onthulling van het achtste muurgedicht op de hoek van de Bankastraat en de Atjehstraat hadden we net achter de rug en nu was er al het negende. Het eerste gedicht buiten de Archipel- en de Willemsparkbuurt in het Buurtschap Centrum. Is dit een eenmalig uitstapje of volgen er meer?

De muur bevindt zich in het begin van de Nieuwe Schoolstraat, vlakbij de hoek met de Mauritskade, waar de grote bloemenstal is. De muur is onderdeel van gebouw De Oorsprong, waar Marcel en Susanne Kampman een architectenbureau hebben. Er hing een groot visnet voor gedicht, waar je al een beetje doorheen kon kijken. Het was kort, vier regels en ging over rennen in de duinen. Onder aan de muur was een kleine duinheuvel vol met helmgras en een paar verdwaalde sportschoenen te zien.

Honderd mooiste duingedichten

Toen het goed volgestroomd was met belangstellenden, nam voorzitter Ruth van Rossum het woord. Het ontwerp was weer van Wilmar en Annebel van de Ontwerpvloot, vertelde ze. Er was een bijzondere sponsor gevonden, rederij Jaczon uit Scheveningen, die het visnet ter beschikking had gesteld. Daarnaast hadden waterbedrijf Dunea (helmgras), de Gouden Ton aan de Denneweg en bloemenstal Au Petit Pont een steentje bijgedragen. De letter – de Productus – is ontworpen door Pter van Blokland. Van Rossum dankte ook de Gemeente Den Haag en Fonds 1818 voor hun financiële bijdragen aan het project.

Het gedicht ging inderdaad over de duinen en het kwam goed uit dat het Haags Historisch Museum nog tot 15 september de tentoonstelling Op ’t duin heeft, waarin kunstwerken en gedichten over duinen zijn gecombineerd. Ruth gaf het woord aan Marco van Baalen, directeur van het museum. ‘Leuk dat ik reclame mag maken voor de tentoonstelling’, begon hij. ‘Op een dag kwamen Nicolaas Matsier en Helmi Goudswaard op bezoek. Ze vonden het de hoogste tijd dat er een bloemlezing over duingedichten kwam.’ Hij vond het een goed idee, betrok het Letterkundig Museum erbij en vulde het verder in met passende beeldende kunst. En er verscheen een mooi boek bij, uitgegeven door uitgeverij Thóth met een bloemlezing van de honderd mooiste gedichten en essays over het duinlandschap, met de titel ‘Op ’t duin – 100 duingedichten en 100 duingezichten’. Het gedicht van Hélène Gelèns, de auteur van het gedicht, stond er niet in, helaas. ‘Het staat er wel in’, reageerde zij. Van Baalen: ‘Zo zie je maar weer dat een directeur het zo druk heeft dat hij niet alles in de gaten kan houden.’ Hij was blij dat er inmiddels op zoveel plekken in de stad gedichten te zien zijn om ons te laten verwonderen.

Spelletje

Toen gingen we een spelletje spelen, een quiz. Iedereen moest mee doen. Ruth was de quizmaster. Ze stelde vijf vragen met twee mogelijkheden. Het terreintje was in twee vakken verdeeld. Koos je voor de ene mogelijkheid dan moest je naar het ene vak, koos je voor de andere, dan moest je naar het andere. De vragen waren niet al te moeilijk, gezien het aantal mensen dat alles goed had. Van wie was het eerste Archipel muurgedicht? Was het de bedoeling dat er alleen maar gedichten van Hagenaars komen? Wat was de leidraad: een schreefloze letter, of een letterontwerp van de KABK in navolging van Gerrit Noordzij? De winnaars van de hoofdprijs, velen dus, mochten wat helmgras meenemen. De winnaars van de troostprijs mochten een wandeling maken langs alle negen muurgedichten of Maurits Burgers bellen, de muurgedichtengids.

Navajo indianen

Het woord was aan de dichter, Hélène Gelèns. ‘Een echte Belgische naam’, merkte mijn buurvrouw, die de schoonmoeder van Ruth bleek te zijn, op. Het was echter geen Belgische, maar een echte Nederlandse, hoorden we toen ze haar eerste woorden sprak. Het gedicht kwam uit haar bundel zet af en zweef, waarvoor ze in 2010 de Jan Campertprijs gewonnen had. Het was haar eerste gedicht dat op een muur verscheen, vertelde ze. Ze vond het mooi dat op de plek van de muur vroeger een duin lag. ‘Het gedicht (in ongeremd rennen) is geïnspireerd door een mythe van de Navajo Indianen, hun voorouders ‘liepen’ de bergen te voorschijn. In de bundel staan vele ‘rengedichten’, en dan rennen in de zin van kinderlijk rennen.’

Wat een mooie zijmuur heeft u

Ze las nog een gedicht voor over rennen in het Vondelpark en wat gedichten uit haar laatste bundel , applaus vanuit het donker, en daarna werd het gedicht onthuld met aan de touwen de dichter aan de ene en architect Marcel Kampman aan de andere kant. Kampman vertelde nog even dat hij er erg blij mee was, al had hij een beetje raar opgekeken toen Jan Hein Schouw van de stichting hem de eerste keer de vraag stelde ‘Wat een mooie zijmuur heeft u, mogen we er wat mee?’.

Frans van der Leeuw van Vrienden van de Hofvijver vertelde nog even dat op 29 augustus de Hofvijver Poëzieprijs zou worden bekend gemaakt. Het thema was aansluitend, ‘Op ’t duin’.

https://wandelenmetmaup.wordpress.com/
http://hofvijver.weebly.com/hofvijverpoeumlzieprijs.html

Dromen in Den Haag: muurgedicht Constantijn Huygens onthuld

Op 28 maart 2015 onthulde de Archipelbuurt zijn achtste muurgedicht: Dromen, van Constantijn Huygens, uitgevoerd in de letter Versa van ontwerper Peter Verheul.

Anja Figee en Ankie Jansen, bewoonster respectievelijk huurster van het pand, knipten de rood-witte linten door die kruiselings over de gehele muur waren gespannen. Grote rode ballonnen vlogen op en trokken de linten op, waardoor het gedicht volledig zichtbaar was.
Aan Ankie en Anja, en aan Joop Bender, muureigenaar, dankt de stichting deze nieuwe gedichtenmuur. En aan de Gemeente Den Haag en Fonds 1818, die het ArchipelpoëZie-project financieel steunen.

Aan de onthulling ging een intensieve zoektocht naar de voor deze muur meest geschikte versie van het gedicht vooraf. Huygens-kenners Ad Leerintveld, conservator moderne handschriften in de Koninklijke Bibliotheek, en Frans Blom, docent en onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam, adviseerden de Stichting ArchipelpoëZie hierbij. Uiteindelijk werd niet gekozen voor de oorspronkelijke versie,

Droomen

Ick denck 's daeghs of ick droomd', ick droom 's nachts of ick saegh:
Waer 't 's nachts soo doncker niet, en niet soo licht by daegh',
'Ksagh qualick uyt den droom van desen droom te komen,
Of mijn droom dencken is, of mijn' gedachten droomen.

maar voor deze moderne schrijfwijze die toch zoveel mogelijk de oorspronkelijke versie benadert:

Dromen

Ik denk overdag alsof ik droomde, ik droom ’s nachts alsof ik zag.
Was het ‘s nachts zo donker niet, en niet zo licht bij dag,
ik zag moeilijk uit de droom van deze droom te komen:
of mijn droom denken is, of mijn gedachten dromen.

Het was een gure dag met heftige windvlagen. Toch waren velen naar de onthulling gekomen. Na de openingswoorden van Ruth van Rossum, voorzitter van ArchipelpoëZie, gaf Frans Blom een boeiend mini-college over Huygens. Vanaf de verbinding van Huygens met Den Haag, voerde Blom de aanwezigen via Huygens’ opvattingen over architectuur en stedenbouw, het decor van de Gouden Eeuw, en nieuwe wetenschappelijke inzichten van die tijd, naar Huygens’ poëzie, zijn gedichten met het thema dromen, en het muurgedicht in het bijzonder. Blom duidde het muurgedicht door te vertellen hoe essentieel zien was voor de zeventiende eeuw. Met zijn droomgedichten wilde Huygens de filosofische vraag “wat is waar” oproepen: is een droom wel een droom, en is de werkelijkheid die we waarnemen en voor waar nemen, wel echt waar? Hij citeerde daarbij nog een ander droomgedicht van Huygens:

Dromen

Twee werre-werelden bewoon ik overhands:
een die ’t volkomen is, een andere bijkans.
’s Daags vind ik mij in de een, ’s nacht dunk ik mij in de ander.
In arbeid en in ernst gelijken ze malkander.
Dit scheelt het: deze zie ’k, die droom ik dat ik zie.
Of is deez’ mogelijk zo wel een droom als die?

Vervolgens liet Peter Verheul, ontwerper van de Versa, de aanwezigen kennismaken met de bijzondere wereld van de typografie. Hij plaatste zichzelf en zijn letter in de Haagse School van letterontwerp. Deze stroming begon met Gerrit Noordzij, die in 1960 ging doceren aan de KABK, en bracht vele beroemde ontwerpers en letters voort. De Versa wordt getypeerd als “menselijk” en “springerig”. Verheul legde met beeldmateriaal uit hoe de letter in elkaar zit en wees op het onopvallende golven, de asymmetrie, en de “klompjes”. De Versa is een bekende letter, al zijn we ons dat niet bewust: het is de letter van de Rijksoverheid. De hele Versa-familie van letters bestaat uit 30.000 karakter die, in een periode van vijftien jaar tijd, stuk voor stuk werden ontworpen.

Tot slot een bijdrage van het Haagse Dichtersgilde. Frederike Kossmann, het jongste lid van het Gilde, won in 2013 de Haagse Scholenslam en bereikte vervolgens de finale van het Nederlands Kampioenschap Poetryslam. Zij is regelmatig te gast op literaire podia en festivals. Geïnspireerd door Dromen schreef ze ter gelegenheid van de onthulling een eigen gedicht met de prachtige titel Slaapverdronken:

Slaapverdronken

Alsof de nacht me, de adem benemend met een kussen, bij zich probeert te
houden
Op de achtergrond
lijkt de dag zomaar zonder mij begonnen

Er drijft een stem in de lucht
gedachten lopen achter de tijd aan
vechten naar de oppervlakte

Het antwoord zakt terug de rust in
vingers tasten
dachten te weten
Bleken
verdronken in de slaap
in de slaap verdronken

Na de feitelijke onthulling, waarbij rood witte linten en rode ballonnen wild opvlogen in de stormwind, was het tijd voor de borrel. De Exotenhof en het Vlaamsch Broodhuys sponsorden de onthulling door smakelijke versnaperingen aan te bieden. De gasten genoten, ondanks de kou, nog geruime tijd van het gedicht en van elkaars gezelschap.

Muurgedicht Ivo van Strijtem onthuld in Archipelbuurt Den Haag

Op zaterdag 25 oktober onthulde Stichting ArchipelpoëZie haar zevende muurgedicht. Het korte gedicht Regen van Ivo van Strijtem prijkt nu op de zijmuur van Riouwstraat 48. Het gedicht is uitgevoerd in de letter Collis van typograaf Christoph Noordzij.

“Poëzie, patat en prosecco” was het thema van de onthulling. De vele gasten genoten van een afwisselend programma. Frederik Fernhout, samen met Theo Osse eigenaar van de muur, heette iedereen welkom.

Ruth van Rossum, voorzitter van Stichting ArchipelpoëZie, dankte de Gemeente Den Haag en Fonds 1818 voor de financiële ondersteuning en hun “raad en daad”. De muureigenaren kozen het nieuwe muurgedicht uit de bundel De Liefde, jazeker van de Vlaamse dichter, vertaler, docent Engels en bloemlezer Ivo van Strijtem. Annebel Schipper en Wimar Grossouw, de vaste ontwerpers van het muurgedichtenproject, kozen voor de letter Collis vanwege het lichte en ronde karakter.

Axel J. Buyse, Algemeen Afgevaardigde van de Vlaamse Regering in Nederland en vroeger redacteur Buitenland van De Standaard, roemde Van Strijtem als een dichter die met zijn poëzie de zinnelijkheid viert. De verkiezing van het gedicht streelt ons ego, zei hij. Met enthousiasme sprak Buyse over de vele verbindingen tussen België en Nederland. En is het niet zo, dat juist ook kleine verschillen de interesse in elkaar kruiden? Buyse beleeft zijn tweede termijn als diplomaat in Nederland. Hij woonde in het verleden vijf jaar in de Archipelbuurt en bewaart daaraan goede herinneringen.

Tijd voor de onthulling. Van Rossum vroeg de gasten om gezamenlijk de weergoden, die in Van Strijtem’s gedicht zo’n belangrijke rol spelen, aan te roepen. De aanwezigen telden af van 10 tot 0.
En toen sneeuwde het – net als in de laatste regel van het muurgedicht…

Stichting ArchipelpoëZie start in 2015 een educatieproject. Dit in samenwerking met Harry Zevenbergen en Diann van Faassen van het Haagse Dichtersgilde. Zij ontwikkelen met de muurgedichten lessen voor zowel primair als voortgezet onderwijs. De lessen worden komend jaar aangeboden op een aantal scholen. Leerlingen gaan, met de muurgedichten als basis, zelf dichten en voordragen, en gaan poëzie verbinden met andere kunstvormen zoals muziek of beeldende kunst. Als aftrap van deze nieuwe loot aan de stam van ArchipelpoëZie droeg de vijftienjarige Sanne Bartfai, winnares van de Haagse Scholenslam 2014, het nieuwe muurgedicht voor. Vervolgens presenteerde ze het gedicht Letter voor Letter dat zij speciaal voor deze onthulling maakte.

Letter voor Letter

Lerend hoe het leven gaat
Een wereld vol woorden
die we niet begrijpen

Maar leren kennen als
we de bladzijde omslaan
Sprekend met monden
vol nieuwe woorden

Verspreiden de kennis die is opgedaan
Hunkerend naar nieuwe avonturen
En verlangen naar leren in het verhaal op te gaan

Sanne Bartfai

Saxofoonkwartet Basta met solist Daan van Koppen speelde vóór en na de onthullingsceremonie jazzy muziek uit de periode 1900 – 1920. En Bram Ladage zorgde voor verse frites. De aanwezigen waren enthousiast over het muurgedicht en het gevarieerde programma. En zeker ook over het feestelijke samenzijn van zoveel verschillende mensen, waardoor de onthulling tot nieuwe ontmoetingen en verbindingen leidde.

De Stichting is ondertussen alweer bezig met de voorbereidingen voor een aantal nieuwe muurgedichten in 2015.

 

Muurgedicht Derek Walcott onthuld in Archipelbuurt

Vrijdagmiddag 21 maart 2014 is het zesde muurgedicht in de Haagse Archipelbuurt onthuld. Het is vanaf nu in volle glorie te zien op de zijmuur van het Rijksmonument Javastraat 4. Het gedicht heet Midsummer, Tobago en werd geschreven door de Caraïbische dichter Derek Walcott. Walcott ontving in 1992 de Nobelprijs voor Literatuur en woont op Saint Lucia. De muur is zachtgeel en het zomerse gedicht sluit daar perfect bij aan.

Voor elke gedichtenmuur kiest de Stichting ArchipelpoëZie een andere letter van een ontwerper die afstudeerde aan de Haagse Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Dit zesde muurgedicht is uitgevoerd in de nieuwe letter Diamant, ontworpen door Joost Dekker. Dekker werkte aan de letter tijdens een periode in Antwerpen; de goede kijker ziet naast elegante ronde, ook ‘facet-achtige’ scherpere vormen.

De onthulling werd opgeluisterd door Zijne Excellentie de High Commissioner for Saint Lucia in The United Kingdom, dr. Ernest Hilaire; door Zijne Excellentie de Gevolmachtigde Minister van Sint Maarten, de heer Mathias S. Voges; door Marc Prins, directeur van Stadsdeel Centrum van de Gemeente Den Haag; door Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar Nederlands Caraïbische Letteren; door Ida Does, maakster van de documentaire Poetry is an Island: Derek Walcott; en door Joost Dekker, typograaf en ontwerper van de Diamant.

’s Ochtends regende het nog onophoudelijk, maar naarmate het tijdstip van de onthulling naderde trokken regen en bewolking meer weg en verscheen de zon, zodat de vele gasten na de onthulling de muur in stralend licht konden aanschouwen.

Het feestelijke programma begon om 16.30 uur. Alle genodigden hadden zich verzameld op de besloten binnenplaats van communicatiebureau Smidswater, tegenover het muurgedicht.

Ruth van Rossum, voorzitter van Stichting ArchipelpoëZie, sprak een warm welkom uit aan alle gasten. Zij citeerde uit Walcotts beroemde gedicht Omeros: ‘The worst crime is to leave a man’s hands empty. Men are born makers.’ Deze prachtige regels over het wezen van de mens vond zij van toepassing op de dichter, op de wens te creëren, op vakmanschap, en ook op het ArchipelpoëZieproject. Als prelude op de onthulling droeg ze een Nederlandse vertaling (van de hand van Peter Verstegen) van het muurgedicht voor.
Michiel van Kempen, de volgende spreker, vertelde hoe hij enige jaren geleden Walcott van Schiphol ophaalde toen deze in Nederland de eerste Cola Debrot-lezing zou houden. Walcott keek opgetogen naar de koeien die in de weilanden stonden. Walcott, zei Van Kempen, heeft het vermogen om onbevangen als een kind naar de dingen te kijken – en om wat hij dan ziet in prachtige taal weer te geven.
Ida Does, die daarna sprak, beaamde dat ten volle. Ze gaf aan hoe bijzonder het was om hem voor haar documentaire te mogen volgen, spreken en filmen. Walcott geeft nauwelijks interviews en is niet via moderne elektronische wegen te benaderen, omdat hij vooral wil schrijven. De filmmaakster vertelde hoe diep Walcott, de wereldburger, altijd verbonden is gebleven met zijn geboorte-eiland Saint Lucia.
Joost Dekker, typograaf en ontwerper, dankte de Stichting dat zijn nog niet eens officieel uitgebrachte letter werd gekozen voor deze zesde gedichtenmuur.
Tenslotte vertelde de High Commisioner for Saint Lucia in The United Kingdom, dr. Ernest Hilaire, hoe Walcott met zijn taal als geen ander de Caraïbische sfeer weet op te roepen. Maar Walcott is ook één van de grootste levende dichters ter wereld – want wie zou het kunnen bedenken en aandurven om een eigen Homeros te schrijven vanuit het perspectief van onder andere Caraïbische vissers?

De aanwezigen liepen naar de gedichtenmuur. Daar onthulden de excellenties Hilaire en Voges het gedicht. Zij lieten een grote schildering van de vlag van Saint Lucia (een markant blauw, geel en zwart patroon) zakken, waardoor het gedicht in zijn geheel zichtbaar werd.

Nadat iedereen de prachtige muur en het mooie gedicht op zich in had laten werken, ging de feestvreugde door op de binnenplaats van Smidswater. De stevige kou werd ruimschoots gecompenseerd: door de zonneschijn op het gedicht; door de warme Caraïbische muziek van Elijah, die voor en na de onthulling speelden; door de heerlijke warme quiches die delicatessenwinkel Gransjean de gasten aanbood; en door de vrolijke en hartelijke sfeer van het samenzijn van alle gasten. Precies zoals de Stichting het beoogt, was ook deze onthulling weer een moment voor ontmoeting en verbinding van omwonenden, buurtgenoten, stadgenoten, en cultuurliefhebbers.

Dit jaar wil de Stichting ArchipelpoëZie nog drie muurgedichten aanbrengen.

De Stichting ArchipelpoëZie dankt de volgende personen en/of instanties voor hun bijdragen aan de onthulling:
– Joost Dekker (letterontwerp zesde gedichtenmuur);
– De Ontwerpvloot (ontwerpers project ArchipelpoëZie);
– Delicatessenwinkel Gransjean, Bankastraat 12 (warme versnaperingen);
– Herman Schartman (fotografie);
– Jos Boer (communicatiebureau Smidswater);
– Vestia (eigenaar van Javastraat 4).
En vooral ook de Gemeente Den Haag en Fonds 1818, die met hun financiële bijdragen dit muurgedichtenproject mogelijk maken.

De video toont (versneld) het aanbrengen van het muurgedicht.

Vijfde gedichtenmuur ArchipelpoëZie muzikaal onthuld

Sommige mensen keken verrast op: de fanfare die zich verzamelde op het Nassauplein zette al spelend koers naar Burgemeester Patijnlaan 1928. Hier, bij het gedicht Zomer XVIII van K.L. Poll, begon zaterdag 7 september de feestelijke muzikale wandeling langs de nu al vijf muurgedichten van de Archipel/Willemsparkbuurt. Vanaf “Poll” wandelden de gasten van de Stichting ArchipelpoëZie achter Show- en Drumfanfare Duindorp aan naar het vrolijke This Is Just To Say van William Carlos Williams, te zien op de hoek van Bankastraat en Laan Copes van Cattenburch. Over de Laan Copes vervolgde de bonte stoet zijn weg naar de kop van de Surinamestraat. Hier bracht de fanfare een swingende serenade aan het muurgedicht van Hans Andreus. En verder ging het, naar het einde van de Surinamestraat, om met de heerlijke muziek stil te staan bij het gedicht van Rutger Kopland. Allen stortten zich in het verkeer van de Javastraat en trokken via de Frederikstraat naar de Mallemolen, om te eindigen bij hofje Het Javalaantje.

Hier werd het nieuwste muurgedicht onthuld: De Nachtegalen van J.C. Bloem. Cees Duine, voorzitter van de Stichting Mr. J.C. Bloem Poëzieprijs, en Arnout Offers, voorzitter van de wijkvereniging Archipel/Willemsparkbuurt, onthulden de poëziemuur. Het gedicht is uitgevoerd in de letter DTL Dorian van typograaf Elmo van Slingerland. In het donker wordt het prachtig uitgelicht door de lantaarnpaal vóór het hofje. De feestelijkheden eindigden met een vrolijke borrel voor gasten en omwonenden, met verrukkelijke hapjes van de restaurateurs van de Mallemolen. De Stichting zal de komende maanden de volgende gedichtenmuren gaan voorbereiden. Ondertussen kunt u alvast genieten van deze poëtische wandelroute!

De onthulling werd mede mogelijk gemaakt door de gezamenlijke horeca-ondernemers van de Mallemolen:

hier
kleinewitte
mochi
olijf
WP_001132
mallemeid

De drank werd verzorgd door:

gransjean

Weer twee nieuwe muurgedichten in Archipelbuurt

Afgelopen vrijdag 5 juli presenteerde de Stichting ArchipelpoëZie twee nieuwe muurgedichten. Op de hoek van de Bankastraat en de Laan Copes van Cattenburch verscheen het vrolijke gedicht This Is Just To Say van de Amerikaanse dichter William Carlos Williams. Honderd meter verder, op de zijmuur van Burgemeester Patijnlaan 1928, prijkt voortaan het ingetogen Zomer XVIII van K.L. Poll.

De Stichting ArchipelpoëZie wil de Archipelbuurt en daarmee Den Haag verfraaien door op blinde muren poëzie te tonen. Gedichten van Rutger Kopland en Hans Andreus verschenen al eerder aan de beide uiteinden van de Surinamestraat.

Elk muurgedicht wordt uitgevoerd in een ander lettertype van een bekend Nederlands typograaf. De vier nu gerealiseerde gedichtenmuren tonen letters van Gerrit Noordzij (de Ruse), Gerard Daniëls (DTL Caspari), Lucas de Groot (TheMix) en Studio Underware (Dolly). Zo ontstaat naarmate het project vordert een niet alleen bloemlezing van (en wandelroute langs) inspirerende poëzie, maar ook van vooraanstaand letterontwerp.

De onthulling van de twee nieuwe muurgedichten begon bij het gedicht van Williams, op de muur van Hotel Mozaic. Gudrun Will, Canadees schrijver en vertaler, gaf een korte toelichting op de dichter en het gedicht. Corina Waaijer, met Bart Dura eigenaar van het hotel, trok vervolgens met haar dochter op de arm de feestelijke rode strik los waarmee het gedicht was omwikkeld.

IMG_3771      IMG_3776

IMG_3779

Vervolgens wandelden alle aanwezigen de 100 meter naar de muur met het gedicht van Poll. Ruth van Rossum, voorzitter van de stichting, liet zien hoe het aanbrengen van de muurgedichten in z’n werk gaat. Jacques Buiteman van notariskantoor Codex Legal, huurder van het pand, vertelde hoe hij tot de keuze voor juist dit gedicht was gekomen. En Aldien Poll, de oudste dochter van de dichter, sprak bevlogen over de maatschappijvisie en levenshouding van haar vader, en over zijn relatie met de natuur. Aldien en Jacques trokken ook hier een rode strik los, met waarderend applaus van de vele gasten.

IMG_3791  IMG_3793

Op de grote verscholen binnenplaats achter Burgemeester Patijnlaan 1928 vierden betrokkenen, genodigden, buren en passanten met elkaar de twee nieuwe gedichten. Het zonnige weer en de verfrissingen en versnaperingen van Gransjean droegen bij aan de ontspannen en enthousiaste sfeer. Zo werd het, precies zoals de stichting met de onthullingen beoogt, een echt buurtfeest, waar bekenden en onbekenden met elkaar in contact komen.

IMG_3797  IMG_3798

In september onthult de stichting haar vijfde muurgedicht. Het zal verschijnen op het Javalaantje, dat mooie verstopte hofje achter de Frederikstraat en Mallemolen.

Onthulling tweede muur groot succes

Vandaag, 13 april, onthulde stadsdeeldirecteur Marc Prins de tweede gedichtenmuur van de Stichting ArchipelpoëZie. Het betreft het gedicht Je bent zo (anders dan ik) van Hans Andreus. Het gedicht is aangebracht op de hoek van de Laan Copes van Cattenburch en de Surinamestraat.
Het werd een bijzonder feestelijke bijeenkomst, met veel belangstelling van buurtgenoten, straatgenoten, poëzieliefhebbers, passanten en bij het project betrokkenen. Er waren korte toespraken van Ruth van Rossum, voorzitter van de Stichting ArchipelpoëZie, Iris Poelert-Lutz die met haar man Jan de muur ter beschikking stelde, en Marc Prins.

Marc en Iris knipten het lint door van een witte ballon, waarna het vanaf de dakrand aangebrachte doek viel en het gedicht zichtbaar werd. De toeschouwers applaudiseerden en bewonderden onder het genot van een drankje het gedicht.

Na een grauwe ochtend brak de zon rond het middaguur stralend door, zodat de feestelijkheden in de namiddag op de straat vóór de muur konden plaatsvinden. Zo werd het een waar buurtfeest waar ook voorbijgangers zich bij aansloten.

Met dit poëzieproject wil de stichting niet alleen een bloemlezing van mooie poëzie realiseren, maar ook een bloemlezing van vooraanstaand Nederlands letterontwerp. Een fraaie letter is een kunstwerk op zich, vindt de stichting. Dit tweede gedicht is uitgevoerd in de schreefloze DTL Caspari, ontworpen door Gerard Daniëls. Hij begon nog tijdens zijn studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag met het ontwerpen van de letter. De Ontwerpvloot bedacht met de DTL Caspari en het gedicht van Andreus het ontwerp voor het muurgedicht.

De eerste muur is te bewonderen aan de andere kant van de Surinamestraat, op de hoek met de Javastraat. Hier is een prachtig gedicht te lezen van Rutger Kopland, uitgevoerd in de letter Ruse van Gerrit Noordzij.

De stichting streeft ernaar dit jaar nog drie muurgedichten te realiseren. Met dit tweede gedicht is er alvast een goed begin van de beoogde poëzie-wandelroute door de Archipel/Willemsparkbuurt.
Rode draad voor de muurgedichten is ‘De Verwondering’: de stichting wil graag dat de gedichten een moment van rust en ruimte bieden – een adempauze, korte reflectie, een vraag, of een nieuw gezichtspunt, zodat de passant verblijd, verrast of geraakt zijn weg vervolgt.

foto-10
20130413-1
20130313-2
foto-12

Nieuwe gedichten gezocht

Gezocht: gedichten voor de volgende ArchipelPoëZie-muren

We willen binnenkort nog enkele andere muren verfraaien met goede en mooie poëzie. Graag roepen we daarom buurtgenoten op om suggesties te doen voor geschikte gedichten.

 

Waar moet het gedicht aan voldoen?

  • De gedichten moeten poëtische kwaliteit hebben en aanspreken.
  • Een gedicht moet gepubliceerd zijn (in bundel- of boekvorm of in een (digitaal) tijdschrift.
  • Voor de volgende muren kunt U zowel Nederlandse als Engelstalige gedichten indienen.
  • De rode draad in het project is “De Verwondering”. We willen graag dat de gedichten, in onze drukke stad en in de drukke levens die iedereen leidt, een moment van verstilling, van rust en ruimte bieden. Een adempauze, korte reflectie, een vraag, of een nieuw gezichtspunt, zodat de passant als het ware even nieuwe lucht ademt en verblijd, verrast of geraakt zijn weg vervolgt. Het gedicht moet in deze rode draad passen.
  • We kiezen voor gedichten die in principe te begrijpen zijn. Dat is overigens niet hetzelfde als simpel: het gedicht mag uitnodigen tot nadenken en herlezen. Hermetische gedichten zijn niet geschikt.
  • De vorm van de gedichten is vrij. De gedichten hoeven geen eindrijm te hebben.
  • Uit de aard der zaak zullen lange gedichten minder geschikt zijn. Het gedicht moet op een muur passen en een passant moet het kunnen lezen zonder al te lang te hoeven stilstaan.
  • We plaatsen bij alleen complete gedichten en niet één strofe of passage uit een gedicht.
  • Voor de poëtische verscheidenheid kiezen we steeds voor verschillende dichters.

Hoe gaan we te werk?

Aangedragen suggesties worden door de Stichting ArchipelPoëzie beoordeeld en bij geschiktheid op een groslijst gezet. Voor de keuze voor een specifieke muur maken we een shortlist. De uiteindelijke keuze wordt gemaakt door de Stichting in nauwe samenspraak met de muureigenaar, die een belangrijke stem heeft in de keuze.

Als uw inzending wordt gekozen laten we u dat natuurlijk weten.

Over de uiteindelijke keuze gaan we niet in discussie met inzenders.

 

Hoe insturen?

U kunt het gedicht

  • in de bus doen bij de Stichting: p/a Oostduinlaan 87, 2596 JJ Den Haag,
  • aanreiken in de Haagse Boekerij, Frederikstraat 24,
  • mailen naar Ruth van Rossum, info (apestaartje) archipelpoezie.nl.

Graag mét bronvermelding (schrijver, naam en jaartal van de uitgave, uitgever). Vermeldt u alstublieft ook waar we u kunnen bereiken.